Geschiedenis

Sinds 1961 kent Deventer een Molukse wijk. In dat jaar werden de eerste Molukse gezinnen gehuisvest. Ze kwamen uit de verschillende woonoorden. De beide kerkgenootschappen hielden hun erediensten in een houten kerk in de wijk. In 1983 besliste de regering dat alle Molukse gemeenschappen recht hadden op een eigen gebouw. Toen kon er in Deventer worden gedacht aan de bouw van een eigen kerk. In dat jaar gaf deRijksgebouwendienst – samen met de Kerkvoogdijraad voor Molukse kerken- de opdracht voor het ontwerp van een nieuw gebouw. De opdracht werd gegeven aan het architectenechtpaar Aldo en Hannie van Eyck. Toch duurde het nog tot 1992 dat de kerk in gebruik kon worden genomen.

De Maranathakerk kreeg na de oplevering al veel lovende reacties in de vakpers. In 2019 werd de Kerk op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst. Landelijk het jongste gemeentelijk monument toen.

De kerk bevat een aantal bijzondere kenmerken, het is niet alleen een gebedshuis maar ook een ruimte die aan de bijzondere kerkgebruiken van de Molukse gemeenschap voldoet. Een plek waar de gemeenschap, jong en oud, kon samenkomen. Zo vertonen de muren in de verschillende ruimten tegen een blauwe achtergrond het lijnenspel van schelpen – ontworpen door de kunstenaar IeneAmbar – waarmee o.a. ook het ichtus-teken is gemaakt. Het gebouw vormt één geheel met de omliggende tuin die ook door het architectenbureau is ontworpen. Zo loopt er een pad naar de beide ingangen van de kerk en vormen daarmee een geheel: de kerk als voortzetting van de het terrein dat functioneert als begeleiding van de gang naar de kerk. De tuin is ook in detail ontworpen met betegeling, struiken, bloemen grassoorten en bomen. Kerkgebouw en tuin vormen bijzondere eenheid.”